Oud Renkum in beeld
Description
Beelden, foto's en kaarten van hoe Renkum ooit was. Voor foto's van personen, sigarenbandjes etc kun je terecht op de facebookpagina Oud nieuws Renkum.
Tell your friends
RECENT FACEBOOK POSTS
facebook.comGisteren stond in het programma Ons Dorp Renkum centraal. Er is gefilmd in 1964 en er zijn veel beelden van het dorp te zien.
Renkum heeft op dit moment nauwelijks meer echte cafe’s en hotels. Toch stond de Dorpstraat 100 jaar geleden vol met bierhuizen. Een aantal cafe’s zijn door de jaren heen roemrucht geworden. En ook voor de hotels kwam men naar Renkum. Mocht je zelf niet meer het café kennen, vraag dan maar aan je ouders of grootouders; zij zijn er zeker geweest. Uiteraard is deze lijst niet compleet maar de volgende horecabedrijven waren (en zijn) wereldberoemd in Renkum: • Cafe Van de Born aan de Kerkstraat • Madjoe aan de Molenweg (tegenwoordig Heren van Baer) • Cafe Staal op de hoek Bennekomseweg – Hogekampseweg • Campman aan de Dorpstraat (tegenwoordig Hartenseweg) • Rijnzicht aan de Dorpstraat (waar nu de Rijnhof staat) • Cafe Swaantje/Amstel aan de Dorpstraat (nu Aziatisch restaurant naast het Postkantoor) • Hotel Verwaayen aan de Dorpstraat (hoek Kerkstraat) • Hotel Remmerden aan de Dorpstraat • Pension Bergerhof (hoek Keijenbergseweg-Nieuwe Keijenbergseweg)
De Witte Stad Dit artikel is niet compleet; met name over het onderdeel van de woonwagenbewoners. Toch wordt het gepubliceerd omdat we weten dat veel mensen de foto’s waarderen. We roepen daarom iedereen op om onjuistheden en onvolledigheden aan te vullen in de tekst onder het artikel. Deel de verhalen. Om zo de geschiedenis over de Witte stad en Fluitersheuvel compleet te maken. Laat daarom weten wat we niet mogen vergeten over een van de meest bijzondere wijken van Renkum. Officieel heet het Fluiterheuvel maar die naam is nauwelijks bekend. De Witte stad; zo noemen we de wijk tussen de Hogekampseweg en de Bram Streeflandweg. De bewoners worden buunders/boenders genoemd, omdat er veel bewoners van voormalige woonwagenkampen in de omgeving naar de Witte stad zijn verhuisd. Waar die naam precies vandaan komt is niet duidelijk. Het kan verwijzen naar bezembinders (buunders in dialect), een beroep dat vroeger vaak door woonwagenbewoners werd gedaan. Ook kan het verwijzen naar de Buunderkamp waar op de heide slecht betaald werk werd gedaan en arbeiders in slechte omstandigheden leefden. De Witte stad is na de Tweede Wereldoorlog gebouwd om de woningnood op te vangen. Fluitersheuvel is onderdeel van de Fluitersmaat waar in het glooiende landschap arbeidershuisjes en boerderijtjes stonden. In 1949 werden langs 2 zandwegen tussen de huidige Hogekampseweg en Bram Streeflandweg 70 nieuwe woningen gebouwd: Fluitersheuvel. De Meester Grolweg werd er gebouwd, vernoemd naar het hoofd van de Renkumse openbare school rond 1900. Het waren zogenaamde woningwethuizen; huurhuizen met lage huren. De huizen hadden opvallend witte muren waardoor de wijk al snel de naam Witte stad krijgt. Eind jaren ’70 wordt in de regio begonnen met het saneren van woonwagenkampen en komen er woonwagenbewoners in de wijk te wonen. Het is crisis en ook in de Witte stad heerst veel werkeloosheid. De wijk wordt langzaam uitgebreid begin jaren ‘80 maar de wijk behoudt zijn eigenwijze (beruchte) karakter wat in 2009 nog leidde tot een veel besproken reportage waarin jonge wijkbewoners vertellen over hoe ze leven. Tegenwoordig is het rustiger in de wijk en is het een woonwijk als veel andere in het land; alleen de naam Witte stad en haar boenders zijn nog berucht.
De Bergerhof Bijna 10 jaar geleden werden de flats uit de jaren ’60 gesloopt en zijn er nieuwe huizen en appartementencomplexen gebouwd. Maar de Bergerhof is veel ouder en veel Renkummers kennen het nog voordat de flats gebouwd werden. In de 18e eeuw was de Bergerhof onderdeel van landgoed De Keijenberg en bestond het uit onder andere een boerderij en hooiberg. Toen het landgoed rond 1800 werd opgesplitst werd ook de Bergerhof verkocht. Het gebied tussen de Groeneweg en de Waterweg heette toen nog de Hank. De hoek bij de Waterweg werd de Mussenberg genoemd en daar stond op de rand bij het beekdal arbeidershuisjes die als snel de naam Mussenkeet kregen. Op de Bergerhof zelf werd tot circa 1850 tabak geteeld. Zo stond op de hoek Waterweg en Hogekampseweg jarenlang een tabaksschuur. De Hank werd begrensd door de Groenendaalseweg (een zandweg) en de half verharde Kerkstraat en Waterweg. In 1860 bouwde Jan van Heukelom een boerderij met schaapskooi op de Mussenberg dicht op de Waterweg. Langs de Waterweg werd een haag geplant als afscheiding en achter de haag was een schaapskooi en een moestuin. De boerderij werd begin jaren ’60 gesloopt en er werden portiekflats gebouwd. Na de Tweede wereldoorlog was er behoefte aan woningen en toen werd niet gekeken op het weghalen van een oude boerderij. Wat niet hielp was dat de boerderij al een tijd leeg stond waardoor de gemeente ook niet geneigd was om de boerderij te handhaven. In het midden van de Hank stond de boerderij van Peelen en later de wasserij. De wasserij verplaatst zich na de oorlog na de hoek bij de Molenweg. Op de locatie van de boerderij bleef een gat achter: het Gat van Peelen, waar later huizen op worden gebouwd (Brinkweg, Hankweg). Ook wordt een compleet nieuwe weg aangelegd: de Europalaan. In de jaren zero waren de flats echt op waardoor de eigenaar, woningcorporatie Vivare, de flats sloopte en er nieuwbouw voor terug plaatste. Er kwamen nieuwe straten die zijn vernoemd naar eigenaren van voormalige watermolens en naar de Mussenberg zelf.
Het Gat van Peelen aan de Europalaan.
Picture Veluvensis In 1902 organiseren in Renkum wonende landschapschilders een kunstverkoop om een noodlijdend schooltje te helpen. De verkoopactie is een succes en de schilders richten onder leiding van Theophile de Bock de vereniging Picture Veluvensis op. De vereniging bestond uit landelijk bekende schilders die in Renkum woonden zoals Cornelis Kuypers, Theophile de Bock, Xeno Munninghoff en Barend Ferwerda. De vereniging had als doel de kunst(enaars) in Renkum en Heelsum te stimuleren. Dit deden ze door jaarlijks goed bezochte tentoonstellingen te organiseren en de werken van kunstenaars te bundelen in portefeuilles. De schilders legden voornamelijk de omgeving van Renkum vast. Door de crisis wordt de vereniging in 1935 opgeheven. Ook was het landschap rond de Rijn door de paperfabriek er niet mooier op geworden. In Museum Veluwezoom in kasteel Doorwerth zijn nog veel van de schilderijen van Picture Veluvensis te bekijken. En kun je het landschap rondom Renkum van 100 jaar geleden beleven. De tentoonstelling “Renkum eert zijn oude meester” met de grote schilderijen is ook een activiteit van Museum Veluwezoom samen met Renkum Leeft.
De Renkumse papiergeschiedenis is al redelijk bekend. De baksteenfabrikage veel minder. Toch stonden er ooit 4 steenfabrieken in de uiterwaarden. Hieronder wordt de baksteengeschiedenis uit de doeken gedaan. Aan het eind van de 19e eeuw begon in Renkum de baksteenindustrie op te komen. De klei in de uiterwaarden van de Rijn was hiervoor zeer geschikt. Uiteindelijk hebben er rondom Renkum 4 steenfabrieken gestaan: De Oven van Costerus, de Kleikamp, de Kloosterkamp en de Ariëns/Jufferswaard. De benodigde klei werd gewonnen in de uiterwaarden (tichelen) en met kleine treintjes op smalspoor naar de fabrieken gebracht. Hier werd het op een bult gestort en gemengd met andere klei. Vervolgens werd de klei meer vloeibaar gemaakt door te mengen met water. Daarna werd de kleimassa in een persmachine geperst tot bakstenen. De bakstenen werden vervolgens op lorries geplaatst en door pony’s (hitten) getrokken naar het droogveld. Na het drogen werden de stenen in de oven gebakken. Vervolgens werden de stenen opgeslagen op de tasvelden tot het moment dat ze naar de bouwlocatie werden gebracht. Het werken in de steenfabriek was zwaar en tot de Tweede Wereldoorlog maar beperkt gemechaniseerd. Men woonde vaak in armoedige huizen en werd slecht betaald. Voor het werk op de droogvelden waren kinderen nodig omdat de droogrekken zeer dicht op elkaar stonden. Zo werkten er hele gezinnen in slechte omstandigheden in de steenfabrieken. Pas in 1919 toen kinderarbeid bestraft werd kwam er verbetering in de werksituatie. - Steenfabriek Costerus De eerste steenfabriek werd door de heer Costerus medio 1872 opgericht in de uiterwaarden onder aan de Wageningse Berg. De fabriek werd in 1915 overgenomen door de firma Van der Loo uit Dieren en in 1937 gesloten vanwege gebrek aan grondstoffen. - Steenoven Kleikamp Omstreeks 1870 dient Richardus van Wijck uit Heteren een verzoek in om in de uiterwaarden Kloosterkamp en Kleikamp steenovens te mogen bouwen. Er waren veel bezwaren van omwonenden (stankoverlast) maar Van Wijck was al begonnen te bouwen en hij kreeg in 1874 uiteindelijk van de provincie zijn vergunning. De steenfabriek komt in verschillende (schoon)familiehanden maar wordt in 1939 verkocht aan de heer Paes. Tijdens de oorlog komt de fabriek in 1942 stil te liggen. Hoewel de fabriek in 1965 nog koninklijk wordt onderscheiden, gaat de fabriek in 1969 dicht en wordt in 1970 gesloopt. - Van Wijcks Kloosterkamp Net als de Kleikamp was de steenfabriek de Kloosterkamp ook eigendom van Richardus van Wijck. De fabriek is vernoemd naar de uiterwaard die grensde aan het voormalige Mariaklooster. De fabriek wordt in 1911 afgebroken voor de bouw van de papierfabriek Van Gelder 2. - Steenfabriek Jufferswaard/ Ariëns In 1875 begon de Firma de Wolff & Co met steenfabrikage in de Jufferswaard. De steenfabriek wordt in 1927 verkocht aan Van der Loo die de oude veldoven vervangt door een vlamoven. De fabriek wordt in 1942 stilgelegd vanwege gebrek aan brandstof. Tijdens de Slag om Arnhem in 1944 wordt de fabriek ernstig beschadigd. Na de oorlog wordt de schoorsteen nog wel met Marshall hulp gerepareerd maar de fabriek komt niet meer in productie. De steenfabriek wordt in de volksmond ook wel de ´Ovens van Ariëns` genoemd naar de ovenbaas Ariëns.
Even een hartekreet als paginabeheerder. De afgelopen week (en komende tijd) zijn en worden er meer thematisch foto's op deze pagina geplaatst. Foto's die gezamenlijk een onderwerp beslaan. De reden hiervoor is dat in Renkum dorp de geschiedenis nauwelijks zichtbaar is. En hierdoor voor inwoners en toeristen niet beleefbaar. Daarom een oproep aan alle politieke partijen. Maak je hard voor de eigen geschiedenis en maak het zichtbaar. Dus niet zo'n klein l*llig monumentje als bij het voormalige Mariaklooster. En zorg dat onderstaande borden er op termijn staan (in plaats van/ aanvulling op verwijzingen naar horecabedrijven).
In de 14e eeuw wordt door de heren van Gelre een kasteel gebouwd tegen Jan van Châtillon, Graaf van Bloys die regelmatig zijn grond uitbreidde door veroveringen. Op 22 februari 1372 blijkt die angst terecht: Jan van Châtillon komt met 222 ruiters het kasteel Grunsfoort overmeesteren. Hij was namelijk getrouwd met Machteld van Gelre en haar broers (inderdaad de hertogen) waren overleden en daarom vond hij dat hij recht had op het kasteel. Na 5 dagen van beleg gaf de kasteelheer zich over en was Jan van Chatillon de nieuwe kasteelheer. Na 7 jaar kwam in 1379 het eigendom van het kasteel weer bij de rechtmatige hertog van Gelre: Willem van Gullik. Het werd hiermee een landsheerlijk kasteel en daarmee belangrijker dan bijvoorbeeld kasteel Doorwerth. Het kasteel is in de tijd strategisch onbelangrijk maar er worden wel veel feesten gegeven en grote jachtpartijen gehouden. Het kasteel komt via vererving in eigendom van diverse familieleden van de Van Gelres en andere families. Uiteindelijk komt het kasteel in 1728 in handen van de Wageningse burgemeester Evert Jan Benjamin van Goltstein. Van Goltstein sloopt het kasteel in 1780 en bouwt een nieuw landhuis iets verderop: huize Kortenburg. Dit landgoed zal later worden omgebouwd tot Oranje Nassau's Oord. In 1937 wordt er opgravingen gedaan en bleek dat de fundaties nog in de grond aanwezig waren. Op dit moment herinnert in het dorp niets meer aan het kasteel, behalve een paar palen en een draaibaar bordje.
Een langer verhaal dan normaal bij de foto's. Wat niet veel mensen weten is namelijk dat Renkum een bijzondere katholieke kerk heeft en een nog bijzonder Mariabeeld. Hieronder het verhaal van de 3 Renkumse katholieke kerken. Sinds 1180 is er al een kapel in Renkum langs de Dorpstraat. Een kapel waar wonderen zijn gebeurd waaronder de verschijning van Maria. In dezelfde periode wordt op de hoge rand bij Onder de Bomen-Dorpstraat-Bokkedijk een kerkje gebouwd. Deze kerk werd in 1863 afgebroken. In 1400 wordt vanwege de bijzondere wonderen nog een gebouw neergezet namelijk een klooster op het kruispunt Dorpstraat-Nieuweweg. De fundamenten van het klooster zitten nog in de bodem. Kerk 2 Tijdens de Beeldenstorm in 1574 wordt het klooster gesloopt en moeten de katholieken onderduiken. De protestanten maken vanaf dan gebruik van de kerk langs de Dorpstraat. In 1648 mogen de katholieken weer hun geloof belijden en gaan te kerke bij kasteel Grunsfoort. Omdat het kasteel rond 1780 wordt afgebroken wordt een tijdelijke (schuil)kerk gebouwd bij herberg de Bock aan het begin van de Dorpstraat (Wageningse kant). In 1839 werd op de kruising Dorpstraat - Onder de Bomen een nieuwe kerk gebouwd. De kerk staat naast de kosterij met klaslokaal waar de dominee woonde en lesgaf. Voor de kosterij (dat dus tevens dorpsschool was) stond een grote lindeboom die in 1813 geplant was ter herdenking aan de bevrijding van de Fransen. De kosterij wordt in de Tweede Wereldoorlog getroffen door een V1 en niet meer herbouwd. Kerk 3 De kerk werd rond 1900 te klein waarna een nieuwe kerk werd gebouwd op de huidige plaats aan de Dorpstraat ter hoogte van de Melkdam. Deze kerk werd in 1923 geopend. In hetzelfde jaar wordt de tweede kerk aan de andere kant van de Dorpstraat afgebroken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakt de kerk beschadigd maar de schade kan worden hersteld. Vanaf 1180 tot op de dag van vandaag worden er bedevaarten gehouden naar wat misschien wel een van de oudste kerken is van Gelderland. In ieder geval het houten Mariabeeld in de kerk is dat; een bezoekje waard. Mariabeeldje Het Mariabeeldje wat nu in de kerk staat komt mogelijk al uit de 14e eeuw en is 700 jaar oud. Het heeft daarmee al in de eerste kerk gestaan. Tijdens de Beeldenstorm en de Tweede Wereldoorlog is het ondergedoken geweest. Maar tegenwoordig kun je het weer gewoon bekijken in de Onze Lieve vrouwekerk aan de Dorpstraat.
In 1858 wordt aan de Groeneweg een ronde windmolen gebouwd die als korenmolen wordt gebruikt. De molen raakt in 1910 in een windhoos waardoor de wieken eraf waaien. De molen wordt hersteld en in 1924 opgehoogd. Tijdens de slag om Arnhem raakt de molen opnieuw haar wieken kwijt. Tot 2013 blijft de molen wiekenloos maar wordt daarna gerestaureerd. Nu is de molen de trots van het dorp en wordt er weer graan gemaald.