Het Woldhuis
Description
Het Woldhuis is het voormalige landhuis van de Familie Tutein Nolthenius.
Tell your friends
CONTACT
RECENT FACEBOOK POSTS
facebook.comDe geschiedenis van Het Woldhuis Het landgoed “Het Woudhuis” heeft naast een natuurhistorisch ook een cultuurhistorisch verleden. Voor zover bekend vestigden de eerste pioniers zich 400 jaar geleden in deze omgeving. Getuige het natte milieu dat we nu nog op veel plekken aantreffen, zal het er toen grotendeels nat en moerassig uitgezien hebben. Het landgoed wordt voor het eerst genoemd in 1582, als het door schenking in handen komt van het St. Catharina Gasthuis te Arnhem. Het gebied waar Het Woldhuis deel van uitmaakt, is voor het eerst als bewoond en bebouwd land te vinden op kaarten van rond 1600. Het heet dan: “Wolthuis”. Bij bewoond en bebouwd land moet je denken aan boerderijen, akkers en weilanden. 'Wold' of ‘wolt’ betekent: 'woud', dus 'bos'. Het woord 'huis' komt uit het OudSaksisch ('hus', spr. uit: 'hoes') en betekende toen onder meer 'bedekt met’. Een paar eeuwen later wordt het gebied in twee stukken gedeeld: Het Woldhuis (Wolthuis) en De Woudhuizen. In 1860 koopt de familie Tutein Nolthenius het westelijk terreingedeelte en bouwt daarop in 1865 de villa Het Woldhuis. De familie Tutein Nolthenius was een voorname familie. Verschillende leden bekleedden belangrijke functies, o.a. kamerlid, burgemeester, rijksingenieur, legercommandant, hofdame, leraar bosbouw en opperhoutvester van de kroondomeinen. In Apeldoorn, in het Wilhelminapark, is zelfs een Tutein Nolthenius monument. De Amsterdamse zakenman Willem Hendrik Nolthenius jr. (1776-1827) huwde in 1804 met Julie Tutein (17831865), een Deense. Julie overleefde haar man bijna 40 jaar en zij was het die in 1856 vergunning kreeg de naam Tutein te voegen vòòr die van Nolthenius. De eerste die dit daadwerkelijk heeft gedaan, was haar zoon Julius Hendrik (1824-1889). Diens zoon Henri werd directeur van Calvé-Delft en is ook bekend geworden als kunstverzamelaar. In 1828 verhuisde Julie van Amsterdam naar Deventer. Willem Hendrik Nolthenius Julie Tutein Willem Hendrik en Julie kregen twaalf kinderen. De derde zoon was Peter Marius Tutein Nolthenius (1814-1896). Hij is de eigenlijke stichter van Het Woldhuis. Hij was onder andere burgemeester van Apeldoorn (1864-1872) en lid van de Tweede Kamer (1855-1864). Hij liet het Woldhuis in 1865 bouwen en verbleef er een aantal jaren met zijn gezin. Peter Marius Tutein Nolthenius is tweemaal getrouwd geweest. Eerst met Johanna Koopmans en - na haar overlijden in 1855 - met Jeanne Fetmenger. Uit het eerste huwelijk werd één zoon (Rudolph Peter Johann Tutein Nolthenius) geboren en uit het tweede huwelijk werden twee zonen geboren. De eerste zoon uit het tweede huwelijk was Gulian Eduard Hugo Tutein Nolthenius (1860-1930). Hij was eerst militair officier, zoals toen veel jongemannen uit voorname families, maar koos later toch voor de natuur: bosbouw, jager, inspecteur houtvester en opperhoutvester van de kroondomeinen. Het koninklijk Paleis Het Loo, waar indertijd koningin Wilhelmina en haar gezin 's zomers woonde, ligt aan de andere kant van Apeldoorn en op de omringende landgoederen werd door de adel stevig gejaagd. En De Woudhuizen hoorden daarbij. Gulian Tutein Nolthenius is voor de bosbouw in Nederland heel belangrijk geweest. Hij schreef het boek: “Handleiding voor het aanleggen en behandelen van grove-dennenbosschen”(1891). Tutein Nolthenius zag het als zijn grote taak “de herschepping der verwaarloosde vlakten in rente en arbeid gevende bosschen te doen slagen”. Hij mag dè grote bosbouw- en natuurbeheerpionier van Nederland worden genoemd. Hier is een stukje uit zijn boek: “Zoodra ’t jonge bosch zich gesloten heeft, ontstaat tusschen de grove dennen, die ’t bosch vormen, een onderlinge strijd om ’t bestaan, die in meer of minder sterke mate aanhoudt, zoolang als ’t bosch gesloten is. De krachtigste boomen overwinnen; maar wanneer de hand van den houtvester hen niet te hulp komt, en de onderlinge strijd langen tijd onbeslist blijft, ondervinden ook zij de nadeelige gevolgen. Is een bosch in sterke mate gedund, dan kan gedurende korten tijd tusschen de heerschende grove dennen wapenstilstand gesloten worden, maar lang duurt deze onder normale omstandigheden niet, en spoedig moet de bijl van den houtvester op nieuw beslissen, welke van de strijdende ’t veld heeft te ruimen”. Bij zijn begrafenis sprak prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina, o.a. de volgende woorden: “Oude veteraan op boschgebied in Nederland… Kijk nu van boven naar beneden op de bosschen welke gij geplant hebt en zie hoe ze groeien”. De tweede zoon uit het tweede huwelijk was Henri Paul Jules Tutein Nolthenius (1861–1930). Hij werd eveneens burgemeester, eerst van Vlissingen (1888-1897) en daarna, evenals zijn vader, van Apeldoorn (1897-1910). Van links naar rechts: H.P.J. Tutein Nolthenius (met burgemeestersketting), G.E.H. Tutein-Nolthenius Rudolph Peter Johann Tutein Nolthenius was waterbouwkundig ingenieur, zakenman en schrijver. Van 1897 tot 1919 was hij ook redacteur van literair tijdschrift De Gids. In 1898 werd hij gekozen tot lid der Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Over zijn familie schreef hij de boeken: “Grootmoeder”: brieven en bescheiden betreffende Julie Tutein Nolthenius, geboren Tutein: 1783-1865” (1909) en “Het geslacht Nolthenius (Tutein Nolthenius)” (1910).