Top Local Places

Buteyko Centrum Nederland

Rijndal 113, Capelle aan den IJssel, Netherlands
Medical & Health

Description

ad

Info: www.buteyko-methode.eu

Astma, chronische bronchitis, allergie, hooikoorts, een verstopte neus, snikken, slaap-apneu, koude handen en voeten, hoge bloeddruk, chronische vermoeidheid, spanning, spierpijn, paniekaanvallen - deze en nog andere aandoeningen waarvan de meeste als chronisch worden gezien, verminderen en verdwijnen dankzij de Buteyko-methode.

De methode is ontwikkeld door de Russische arts Dr. K. Buteyko die heeft bewezen dat mensen met deze lachten een chronische vorm van hyperventilatie hebben.

De methode bestaat vooral uit simpele oefeningen die de ademhaling normaliseren.

Deze oefeningen laten u binnen enkele minuten  benauwdheidaanvallen bij bronchiale astma, een verstopte neus, hoestbuien en allergische verschijnselen opheffen. Bovendien zorgt de methode ervoor, dat deze symptomen uitblijven.  

De Buteyko-methode normaliseert de stofwisseling geleidelijk aan en versterkt de immuniteit, waardoor de ziekte verdwijnt (stabiele remissie).

CONTACT

RECENT FACEBOOK POSTS

facebook.com

Sta eens stil bij je adem :)

facebook.com

https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/cpap-bij-apnoe-helpt-niet-tegen-hart-en-vaatziekten.htm

facebook.com

https://www.youtube.com/watch?v=JhZ3mo7uEjA

facebook.com

B-vitaminen & longkanker – Hoe zit dat? In een recent onderzoek werd geconcludeerd dat langdurige suppletie met hoge doses vitamine B6 en B12 bij mannen het risico op longkanker met 30 tot 40% verhoogt. Meer dan 20 mg vitamine B6 per dag zou het risico op longkanker met 82% verhogen en meer dan 55 µg vitamine B12 per dag deed het risico stijgen met 98%. Bij rokers was het risico het hoogst. De onderzoekers concluderen daaruit dat suppletie met B6 en B12 schadelijk kan zijn (Brasky TM, 2017). De conclusies van dit onderzoek en de krantenkoppen die daaruit voortkwamen – dat hoge doses vitamine B6 en B12 longkanker kunnen veroorzaken – zijn compleet uit hun context getrokken. Als je het volledige onderzoek leest – en andere onderzoeken bekijkt – kom je tot andere conclusies. In het onderzoek werden meer dan 77.000 mensen tussen 50 en 76 jaar gevraagd of ze de afgelopen 10 jaar B-vitaminen genomen hadden en in welke doseringen. De inname van B-vitaminen was dus gebaseerd op wat deze mensen zelf opgaven. Er werden geen bloedwaarden van de B-vitaminen gemeten. Vrouwen namen over het algemeen meer B-vitaminen dan mannen. Hoge doses vitamine B6 en B12 waren niet gelinkt aan een verhoogd risico op longkanker bij vrouwen. Bij mannen die rookten of gerookt hadden was er een verhoogd risico op longkanker, maar alleen van de vormen van kanker die gelinkt worden aan roken. Hoge doses vitamine B6 of B12 gaven geen hoger risico op adenocarcinoom (een vorm van longkanker die niet gelinkt is aan roken), ook niet bij mannen die rookten of gerookt hadden. Hoge doses vitamine B6 of B12 waren niet gelinkt aan longkanker bij niet-rokers. Bij niet-rokers kwam longkanker te weinig voor om het verband te onderzoeken. Een interessant gegeven is dat rokers of ex-rokers die ooit B6 en B12 genomen hadden, maar daar mee gestopt waren, een veel hoger risico op longkanker hadden dan rokers of niet-rokers die op het moment van het onderzoek B6 of B12 namen. Er werd niet bepaald welke vorm van de B-vitaminen de deelnemers namen (er werd in ieder geval geen onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen). In veel supplementen zit pyridoxine hydrochloride (B6) en cyanocobalamine of hydroxycobalamine (B12). Het zijn inactieve vormen die in het lichaam nog omgezet moeten worden in hun actieve vormen. Deze omzetting is afhankelijk van verschillende factoren, onder andere van voldoende vitamine B2 en foliumzuur. Er werd niet gekeken naar de inname van vitamine B2. De actieve vormen van B6, foliumzuur en B12 zijn nodig voor de werking van de zogenaamde homocysteïnecyclus en de foliumzuurcyclus, twee aan elkaar gekoppelde biochemische routes die instaan voor de recyclage van homocysteïne en voor DNA-methylatie (het aan- en uitschakelen van genen en het herstel van beschadigd DNA) - twee belangrijke factoren in de bescherming tegen kanker, ook tegen longkanker. Bij een gebrek aan B6, foliumzuur en B12 stapelt homocysteïne zich op. Mensen met longkanker hebben meer homocysteïne in hun bloed dan mensen zonder longkanker (Tastekin D, 2015; Ozkan Y, 2007). Alle factoren in de homocysteïnecyclus en de foliumzuurcyclus zijn belangrijk voor het voorkomen van longkanker (Baltar VT, 2013). Roken wijzigt de vorm van verschillende enzymen in de homocysteïne- en foliumzuurcyclus, waardoor het risico op longkanker stijgt. Dit effect is anders bij mannen dan bij vrouwen (Flores KG, 2012; Shi Q, 2005). De interactie tussen al deze factoren - de inname van nutriënten (vitamine B6, B12, foliumzuur, B2, betaïne, choline, …), gewijzigde vormen van genen en enzymen, roken of niet roken - en de impact daarvan op het risico om longkanker te krijgen is enorm complex (Swartz MD, 2013). Er werd in het onderzoek niet gekeken naar genetische varianten van genen en enzymen in de homocysteïnecyclus en de foliumzuurcyclus. Roken verlaagt de bloedwaarden van foliumzuur, vitamine B2 en pyridoxalfosfaat (B6) en verhoogt homocysteïne (Ulvik A, 2010). Rokers hebben lagere concentraties pyridoxalfosfaat in hun bloed dan niet-rokers (Giraud DW, 1995). Mannen met hoge bloedwaarden van pyridoxalfosfaat hebben de helft minder kans om longkanker te krijgen dan mannen met lage bloedwaarden (Hartman TJ, 2001). Een hoge bloedwaarde van vitamine B6 verlaagt het risico op longkanker met de helft, ook bij rokers (Johansson M, 2010). Een hoge inname van B2 verlaagt het risico op longkanker bij rokers met 47% (Bassett JK, 2012). Vitamine B6 is ook nodig voor de aanmaak van glutathion, een belangrijke antioxidant en ontgiftende stof. Mensen met longkanker hebben minder glutathion in hun bloed dan gezonde mensen (Ozkan Y, 2007). Roken verlaagt de concentratie van glutathion. Stoppen met roken verhoogt glutathion opnieuw (Mons U, 2016). Vitamine B6 heeft een veelzijdige antikankerwerking, maar bij kanker wordt een verstoord vitamine B6 metabolisme gezien. Tumoren kunnen beter groeien wanneer de aanmaak van pyridoxalfosfaat geremd wordt, als gevolg van een verlaagde activiteit van pyridoxal kinase en/of een verhoogde activiteit van pyridoxal fosfatase (Galluzzi L, 2013). Roken verhoogt de activiteit van het enzym pyridoxal fosfatase. Het stimuleert de afbraak van pyridoxalfosfaat. Deze afbraak kan in het bloed gemeten worden. Een verhoogde afbraak van pyridoxalfosfaat verhoogt het risico op longkanker (Zuo H, 2015). De auteurs stellen dat de B-vitaminen – die nodig zijn voor de aanmaak van DNA en nieuwe cellen en voor het herstel van DNA – de groei van al bestaande kankercellen zouden kunnen stimuleren. Maar er wordt in dit onderzoek geen verband gevonden tussen suppletie met foliumzuur en longkanker, terwijl de inname van foliumzuur in de VS al verhoogd is door verrijkte voeding. Als B6 en B12 de groei van kankercellen zouden stimuleren, zouden ze ook het risico op andere vormen van kanker moeten verhogen, en dat is niet het geval (Sujol G, 2011, Komatsu S, 2003; Sun NH, 2016). Bovendien versterkt suppletie met vitamine B6 de werking van cisplatine bij longkanker (Aranda F, 2014; Galluzzi L, 2013). Vitamine B12 en foliumzuur worden standaard gegeven aan longkankerpatiënten die behandeld worden met pemetrexed, om de bijwerkingen te voorkomen. Ze versterken zelfs de werking van pemetrexed en verhogen de overlevingskans (Yang TY, 2013). De enige conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat roken het risico op longkanker verhoogt en bovendien het metabolisme van de B-vitaminen verstoort. Als je B-vitaminen neemt, is het beter om een volledig B-complex te nemen, niet alleen foliumzuur, B6 of B12. Alle B-vitaminen werken samen. Het is ook beter om de B-vitaminen in hun actieve vorm te nemen, zodat het probleem van gewijzigde of minder actieve enzymen omzeild wordt. Tot slot nog een bedenking. In het artikel van Brasky et al. staat een opmerkelijke fout. Op een bepaald moment wordt een dosering van vitamine B12 uit een ander onderzoek (0,4 mg per dag) vergeleken met de ondergrens voor de hoogste dosering vitamine B12 uit het onderzoek van Brasky (55 µg per dag). De auteurs zeggen dat 0,4 mg veel lager is dan de 55 mg (milligram) in hun studie. Maar het gaat om 55 µg (microgram), duizend keer minder. Als het een schrijffout was, zouden ze moeten zeggen dat 0,4 mg hoger is dan hun dosis (0,4 mg is 400 µg). Dat lijkt een stom detail, maar het is een vreemde fout, als je bedenkt dat het onderzoek draait om het analyseren van doseringen. © Hilde Maris, 2017 1. Aranda F, Bloy N, Galluzzi L, et al. Vitamin B6 improves the immunogenicity of cisplatin-induced cell death. Oncoimmunology. 2014 Dec 13;3(9):e955685. eCollection 2014. 2. Baltar VT, Xun WW, Johansson M, et al. A structural equation modelling approach to explore the role of B vitamins and immune markers in lung cancer risk. Eur J Epidemiol. 2013 Aug;28(8):677-88. 3. Bassett JK, Hodge AM, English DR, et al. Dietary intake of B vitamins and methionine and risk of lung cancer. Eur J Clin Nutr. 2012 Feb;66(2):182-7. 4. Brasky TM, White E, Chen CL. Long-Term, Supplemental, One-Carbon Metabolism-Related Vitamin B Use in Relation to Lung Cancer Risk in the Vitamins and Lifestyle (VITAL) Cohort. J Clin Oncol. 2017 Aug 22:JCO2017727735. 5. Flores KG, Stidley CA, Mackey AJ, et al. Sex-specific association of sequence variants in CBS and MTRR with risk for promoter hypermethylation in the lung epithelium of smokers. Carcinogenesis. 2012 Aug;33(8):1542-7. 6. Galluzzi L, Vacchelli E, Michels J, et al. Effects of vitamin B6 metabolism on oncogenesis, tumor progression and therapeutic responses. Oncogene. 2013 Oct 17;32(42):4995-5004. 7. Giraud DW, Martin HD, Driskell JA. Erythrocyte and plasma B-6 vitamer concentrations of long-term tobacco smokers, chewers, and nonusers. Am J Clin Nutr. 1995 Jul;62(1):104-9. 8. Hartman TJ, Woodson K, Stolzenberg-Solomon R, et al. Association of the B-vitamins pyridoxal 5'-phosphate (B(6)), B(12), and folate with lung cancer risk in older men. Am J Epidemiol. 2001 Apr 1;153(7):688-94. 9. Johansson M, Relton C, Ueland PM, et al. Serum B vitamin levels and risk of lung cancer. JAMA. 2010 Jun 16;303(23):2377-85. 10. Komatsu S, Yanaka N, Matsubara K, et al. Antitumor effect of vitamin B6 and its mechanisms. Biochim Biophys Acta. 2003 Apr 11;1647(1-2):127-30. 11. Mons U, Muscat JE, Modesto J, et al. Effect of smoking reduction and cessation on the plasma levels of the oxidative stress biomarker glutathione - Post-hoc analysis of data from a smoking cessation trial. Free Radic Biol Med. 2016 Feb;91:172-7. 12. Ozkan Y, Yardim-Akaydin S, Firat H, et al. Usefulness of homocysteine as a cancer marker: total thiol compounds and folate levels in untreated lung cancer patients. Anticancer Res. 2007 Mar-Apr;27(2):1185-9. 13. Shi Q, Zhang Z, Li G, et al. Sex differences in risk of lung cancer associated with methylene-tetrahydrofolate reductase polymorphisms. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev. 2005 Jun;14(6):1477-84. 14. Sujol G, Docquier A, Boulahtouf A, et al. [Vitamin B6 and cancer: from clinical data to molecularly mechanisms]. [Article in French] Bull Cancer. 2011 Oct;98(10):1201-8. 15. Sun NH, Huang XZ, Wang SB, et al. A dose-response meta-analysis reveals an association between vitamin B12 and colorectal cancer risk. Public Health Nutr. 2016 Jun;19(8):1446-56. 16. Swartz MD, Peterson CB, Lupo PJ, et. Investigating multiple candidate genes and nutrients in the folate metabolism pathway to detect genetic and nutritional risk factors for lung cancer. PLoS One. 2013;8(1):e53475. 17. Tastekin D, Erturk K, Bozbey HU, et al. Plasma homocysteine, folate and vitamin B12 levels in patients with lung cancer. Exp Oncol. 2015 Sep;37(3):218-22. 18. Ulvik A, Ebbing M, Hustad S, et al. Long- and short-term effects of tobacco smoking on circulating concentrations of B vitamins. Clin Chem. 2010 May;56(5):755-63. 19. Yang TY, Chang GC, Hsu SL, et al. Effect of folic acid and vitamin B12 on pemetrexed antifolate chemotherapy in nutrient lung cancer cells. Biomed Res Int. 2013;2013:389046. 20. Zuo H, Ueland PM, Eussen SJ, et al. Markers of vitamin B6 status and metabolism as predictors of incident cancer: the Hordaland Health Study. Int J Cancer. 2015 Jun 15;136(12):2932-9.

facebook.com

http://neurosciencenews.com/memory-fear-breathing-5699/

facebook.com

http://breathingexpert.com/gina-for-asthma-releases-2014-update-buteyko-method-gets-highest-grade-possible/

facebook.com

http://www.buteyko-methode.eu/achtergrondinfo/artikelen/hetlevenvanbuteyko.html

facebook.com

HOE DE BUTEYKO-METHODE CHRONISCHE ZIEKTEN GENEEST 1. Een levend organisme is een ‘open’ systeem, dat voortdurend een verhouding heeft met het omgevende milieu. Het heeft ook een eigen ‘innerlijk’ milieu waarin de stofwisseling en levensprocessen plaatsvinden. Het organisme blijft in leven zolang de voornaamste criteria van het innerlijke milieu, de fysiologische constanten, zoals de lichaamstemperatuur, de arteriële druk, suiker, zuurstof, kooldioxide, proteïnen, elektrolyten etc. op een voor het leven benodigde niveau blijven of met andere woorden de grenzen van de norm niet overtreden. 2. De stabiliteit van de criteria van het innerlijke milieu, of homeostase, wordt onderhouden door diverse functiesystemen. Functiesystemen verenigen organen van het lichaam in een geheel en zorgen door middel van zelfregulatie voor het aanpassen van het organisme tot het omgevende milieu. 3. Gezondheid is de toestand, waarin alle levensbelangrijke constanten binnen de norm blijven. Het organisme is het geheel van de functiesystemen. De gezondheid van het lichaam is het gevolg van de harmonieuze werking van de functiesystemen. In normaal functionerende organisme werkt een universele regel: de processen die de afwijking van de norm herstellen, overheersen de invloed van de afwijkende processen. 4. Ziekte is de toestand, waarin: a) levensbelangrijke constanten de norm beginnen te overtreden, b) storingen aanwezig zijn in de werking van functiesystemen die deze constanten onderhouden. Een voorbeeld: een chronische hyperventilatie (‘diepe ademhaling’) en als gevolg daarvan een tekort aan CO2 in de longen en in het bloed veroorzaakt een ontwikkeling van compenserende reacties in de functiesystemen, die de benodigde hoeveelheid CO2 in de longen en in het bloed onderhouden. Dit gebeurt door middel van gedeeltelijke sluiting van de luchtwegen (chronische loopneus, neuspoliepen, opgezwollen neusamandelen bij kinderen, obstructieve bronchitis en astma), verkramping van de bloedvaten (verhoging van de bloeddruk, hypertensie), verharding van de celmembranen en bloedvatwanden (arteriosclerose, hoge cholesterolgehalte, angina pectoris en ischemia) en een aantal andere verstoringen van de stofwisseling, tot de ontwikkeling van suiker diabetes toe. 5. Diagnostiek is het zoeken naar de constanten die de norm overtreden. Ieder functiesysteem wordt gevormd om slechts één parameter van het innerlijke milieu van het lichaam te onderhouden. Iedere pathologie heeft dus in haar basis de verandering van slechts één specifieke constante of één parameter. 6. Genezing volgens de Buteyko-methode is het terugkeren van constanten tot de norm. Het proces van het terugkeren van constanten tot de norm wordt verwezenlijkt door: a) rechtstreeks invloed uitoefenen op de constante zelf, b) invloed uitoefenen op het onvoldoende werkende functiesysteem dat verantwoordelijk is voor het onderhouden van de constante binnen de norm. Een voorbeeld: het normaliseren van de criteria van de ademhalingsfunctie leidt tot het normaliseren van constanten volgens CO2 en O2. Dit heft de werking van specifieke functiesystemen op die verantwoordelijk zijn voor het onderhouden van deze constanten en wij kunnen zien hoe geleidelijk aan allergie, chronische loopneus, neuspoliepen, bronchiale astma, hypertensie en veel andere aandoeningen verdwijnen. 7. Profylaxis volgens de Buteyko-methode is het voorkomen van de verschuiving van de constanten buiten de grenzen van de norm. Regelmatige lichamelijke inspanning (sport, lichamelijk werk) onder controle van de toestand van de uitwendige ademhaling (meting van ‘de maximale pauze’ voor en na lichamelijke inspanning) is de simpelste wijze om dit doel te bereiken. Als resultaat daarvan ontstaat een stabiele klinische remissie (volkomen herstel) en afwezigheid van recidieven van de ziekte. U bent gezond!

facebook.com

Dr. K.P. Buteyko

facebook.com

http://www.buteyko-methode.eu/achtergrondinfo/artikelen/snurkenenslaapapneu.html

facebook.com

Hou je mond dicht als je sport. Dan merk je snel dat je gezonder, fitter en sterker wordt.

facebook.com

http://www.buteyko-methode.eu/achtergrondinfo/buteykoboeken.html

facebook.com

Quiz